
Jurisprudentie
AG0232
Datum uitspraak2003-06-17
Datum gepubliceerd2003-06-17
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers95993 / KG ZA 03-385
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2003-06-17
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers95993 / KG ZA 03-385
Statusgepubliceerd
Indicatie
Als, zoals [eiser] stelt en NV Organon (Nederland) betwist, er ondanks de overplaatsing van [eiser] naar Organon International Inc. (USA) tussen partijen een arbeidsrechtelijke rechtsverhouding is blijven bestaan, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht om over de daarop gegronde vorderingen, ingesteld tegen de in Nederland gevestigde NV Organon te beslissen.
Uitspraak
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
VONNIS IN KORT GEDING
Zaaknummer : 95993 / KG ZA 03-385
Datum uitspraak: 19 juni 2003
Vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch in de zaak van:
[eiser], wonende te [woonplaats] ([staat], USA)
eiser,
procureur mr. M.J.C.Zuurbier;
tegen:
de naamloze vennootschap N.V. Organon, gevestigd te Oss,
gedaagde,
verschenen in persoon bij haar bestuurder [naam bestuurder];
Partijen worden ook genoemd [eiser] en NV Organon (Nederland).
1. De procedure
1.1. [Eiser] heeft in kort geding gesteld en gevorderd zoals hierna is weergegeven.
De advocaat van [eiser] heeft de vordering toegelicht, mede aan de hand van de door hem overgelegde pleitnotities en producties.
1.2. NV Organon (Nederland) heeft in conventie verweer gevoerd mede aan de hand van de door haar overgelegde pleitnotities en producties.
1.3. Na gevoerd debat hebben partijen vonnis gevraagd.
2. Inleiding
Ten processe kan van het volgende worden uitgegaan:
2.1. [Eiser], thans 48 jaar oud, is arts, gespecialiseerd als hartchirurg. Blijkens het door hem overgelegde curriculum vitae ([eiser], prod. 2) heeft hij in 1998 zijn werkzaamheid als
clinicus beëindigd en is hij gaan werken in de farmaceutische industrie, aanvankelijk elders.
NV Organon (Nederland) is een farmaceutische vennootschap die volledig deel uitmaakt van het Akzo-Nobel-concern.
Blijkens door [eiser] voor akkoord getekende brief van NV Organon (Nederland) d.d. 5 december 2000 en formele akte d.d. 1 december 2000 ([eiser], prod's. 1a en 1b) is [eiser] met ingang van 1 februari 2001 in dienst getreden van NV Organon (Nederland) als "International Medical Adviser" tegen een jaarsalaris van ƒ 155.000 (€ 70.336,--) inclusief vakantietoeslag. Dat correspondeerde toen met een maandsalaris van € 5.584,--.
Deze brief en akte zijn gesteld op briefpapier waarop de naam "AKZO NOBEL" en haar logo prominent aanwezig zijn en de naam "Organon" en haar logo kleiner en minder opvallend worden vermeld. De meer formele akte d.d. 1 december 2000 is getiteld: "ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR HOGER PERSONEEL AKZO NOBEL NEDERLAND BV (CAO II)".
2.2. Kort na de indiensttreding van [eiser] kondigde NV Organon (Nederland) in april 2001 de verhuizing aan van (een deel van) haar internationale hoofdkantoor van Oss naar Roseland, New Jersey (USA). Daartoe werd in New Jersey een nieuwe vennootschap opgericht met de naam "Organon International Inc." (hierna: Organon International Inc. (USA)), eveneens een volledig tot de Akzo-Nobel-groep behorende vennootschap. Deze verhuizing is medio 2002 gerealiseerd.
Aan (een deel van) het te Oss werkzame personeel, waaronder [eiser], werd aangeboden mee over te gaan naar Roseland, NJ. Daartoe heeft [eiser] op verzoek van NV Organon (Nederland) een formulier "Belangstellingsregistratie Transition" d.d. 30-11-2001 ([eiser], prod. 3) ingevuld. Ook heeft NV Organon (Nederland) voorlichting gegeven over de arbeidsvoorwaarden bij overgang van Nederland naar de USA, kennelijk in de vorm van een Power-Point-presentatie onder die titel "Arbeidsvoorwaarden Nederland ® USA" ([eiser], prod. 4), een presentatie die [eiser] betwist te hebben kunnen bijwonen. De overgang naar Roseland heeft in het midden van 2002 plaatsgevonden. In het kader daarvan heeft Organon International Inc. (USA) aan [eiser] de overplaatsing naar Roseland bevestigd bij brief d.d. 7 maart 2002 ([eiser], prod. 5). Daarin verkreeg [eiser] een salaris van US$ 164.737,-- per jaar.
2.3. Op 21 april 2003 heeft Organon International Inc. (USA) aan [eiser] medegedeeld dat hij op staande voet was ontslagen en hem een beëindigingsovereenkomst aangeboden ([eiser], prod. 9). [eiser] heeft dit aanbod niet aanvaard. Sedertdien ontvangt hij geen salaris meer.
2.4. [Eiser] verblijft nog in de USA, omdat hij de optie wil openhouden om aldaar permanent werk te vinden. Voor zijn werkzaamheid voor Organon International Inc. (USA) beschikt hij over een tijdelijk visum, dat waarschijnlijk vervalt als hij de USA verlaat.
3. De vorderingen en het geschil
3.1. [Eiser] vordert, zakelijk weergegeven:
a. doorbetaling van zijn voor de Verenigde Staten overeengekomen salaris van thans US$ 17.112,-- bruto per maand en, na terugkeer naar Nederland, van zijn Nederlandse salaris van € 10.563,-- bruto per maand;
b. (weder)tewerkstelling in een passende functie bij NV Organon (Nederland);
c. voorzieningen in verband met terugkeer naar Nederland:
i. huisvestingsvergoeding in de USA, $ 4.750,-- per maand;
ii. het arrangeren van de terugverhuizing naar Nederland van [eiser] en zijn gezin en het betalen van de kosten daarvan;
iii. het aan [eiser] en zijn gezin in Nederland ter beschikking stellen van
woonruimte, vergelijkbaar aan de woonruimte die hij voor overplaatsing naar de USA bewoonde, en de kosten daarvan gedurende zes maanden na de
terugkeer;
d. betaling van € 5.000,-- buitengerechtelijke kosten;
e. betaling van de proceskosten.
[Eiser] legt aan deze vorderingen ten grondslag:
3.1.1. De arbeidsovereenkomst van [eiser] met NV Organon (Nederland) heeft door de overplaatsing naar Organon International Inc. (USA) geen einde genomen.
De overplaatsing naar Organon International Inc. (USA) was tijdelijk, met terugkeergarantie. Bij beroep op de terugkeergarantie zouden drie alternatieven worden onderzocht, waaronder terugkeer naar NV Organon (Nederland). Indien geen van deze alternatieven realiseerbaar zouden zijn, zou op het alsdan te effectueren ontslag Nederlands arbeidsrecht van toepassing zijn.
3.1.2. Voor het ontslag op staande voet bestaat geen grond. [eiser] beroept zich op de vernietigbaarheid van dat ontslag. Hij houdt zich beschikbaar voor het verrichten van
werkzaamheden.
3.2. NV Organon (Nederland) stelt ten verwere dat [eiser] definitief is overgeplaatst naar Organon International Inc. (USA) en dat er daarna tussen NV Organon (Nederland) en [eiser] geen enkele arbeidsrechtelijke relatie meer is blijven bestaan. De daarop gegronde
vorderingen moeten dan ook worden afgewezen.
4. De beoordeling
4.1. Als, zoals [eiser] stelt en NV Organon (Nederland) betwist, er ondanks de overplaatsing van [eiser] naar Organon International Inc. (USA) tussen partijen een arbeidsrechtelijke rechtsverhouding is blijven bestaan, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht om over de daarop gegronde vorderingen, ingesteld tegen de in Nederland gevestigde NV Organon te beslissen.
4.2. Die rechtsverhouding is op 1 februari 2001 aangevangen en neergelegd in de hiervoor in 2.1 genoemde brief en akte. De akte houdt onder meer in:
Artikel 3. Beëindiging van het dienstverband
Ieder der partijen kan tussentijds het dienstverband door opzegging beëindigen, welke opzegging schriftelijk dient te geschieden tegen het einde van een kalendermaand en met inachtneming van de in de CAO voor Hoger Personeel aangegeven termijn.
. . . . .
Artikel 10. Mobiliteit
1. De dienstbetrekking bij werkgever kan leiden tot tewerkstelling of overplaatsing naar andere met hem
geliëerde ondernemingen en/of tot het aanwijzen van een andere standplaats.
2. De dienstbetrekking bij werkgever kan leiden tot plaatsing in een andere functie, al dan niet in dezelfde
standplaats.
3. Hetgeen in de leden 1 en 2 genoemd staat zal slechts geschieden in overleg tussen werkgever en werknemer.
Gegeven het feit dat AKZO NOBEL, naar van algemene bekendheid is, een Nederlands-Zweedse multinational is, valt uit deze bepalingen op te maken dat overplaatsingen als die van [eiser] naar andere tot het Akzo-Nobel-concern behorende ondernemingen / vennootschappen, ook naar buitenlandse zoals Organon International Inc. (USA), in de arbeidsovereenkomst waren voorzien, maar gesteld noch gebleken is dat de rechtsgevolgen van dergelijke tijdelijke overplaatsingen of overplaatsingen voor onbepaalde tijd in de overeenkomst,
reglement of de CAO waarnaar de overeenkomst verwijst, in meerdere of mindere mate
uitputtend zijn geregeld.
4.3. In deze zaak doet zich dan vervolgens het probleem voor dat het individuele
(Nederlandse) arbeidsrecht in hoge mate voorbij gaat aan het werken in concernverband, ook waar het betreft het uitzenden van "expats". De werknemer heeft het gevoel bij het concern als geheel in dienst te zijn, terwijl de relatie tussen de werknemer en het concern formeel-juridisch gezien niet verder gaat dan de relatie van de werknemer met de vennootschap bij wie hij in dienst is. Dit en dergelijke problemen rond internationale tewerkstelling van employés binnen een concern en in het buitenland acht de rechter bij een multinational als AKZO NOBEL en haar groepsmaatschappijen NV Organon (Nederland) en Organon International Inc. (USA)
algemeen bekend (algemeen kenbaar onder meer uit: mr. C.M.E.P. van Lent, Internationale intra-concernmobiliteit, 2000 Kluwer Deventer). Feit daarbij is dat veelal de werknemer in het buitenland in dienst moet treden van een lokale groepsmaatschappij, zulks om administratieve en fiscale redenen of wegens de wetgeving ter plaatse, zonder dat het de bedoeling van
partijen is om de band met het thuisland te verbreken. Immers, weinig werknemers zullen bereid zijn om het risico van een buitenlands avontuur, daaronder begrepen de risico's van geringe of non-existente locale sociale voorzieningen en ontslagbescherming, geheel voor eigen rekening te nemen. Dit alles vereist een zorgvuldige en duidelijke contractuele regeling. De zorg daarvoor rust in de eerste plaats op het Akzo-Nobel-concern waarvan NV Organon (Nederland) deel uitmaakt. In die zorg zijn NV Organon (Nederland) en het Akzo-Nobel-concern ten aanzien van [eiser] tekortgeschoten, zoals hierna verder zal worden uitgewerkt.
4.4. Het minste wat in dit verband van de werkgever, NV Organon (Nederland), mag worden geëist, is dat zij haar schaarse wettelijke verplichtingen bij uitzending naar het buitenland stipt nakomt, in de eerste plaats de verplichting van artikel 7:655 lid 1 sub k BW (implementatie van de Europese Richtlijn van de Raad betreffende de verplichting van de werkgever de werknemer te informeren over de voorwaarden die op de arbeidsovereenkomst- of verhouding van toepassing zijn, 14-10-1991, PB EG L 91/533). Ook als de brief d.d. 7 maart 2002 ([eiser], prod. 5) waarin Organon International Inc. (USA) de overplaatsing bevestigde, als een namens NV Organon (Nederland) gedane aanvulling op de in december 2000 tot stand gekomen overeenkomst wordt gezien, dan regelt die aanvulling slechts enkele van die rechtsgevolgen. Geregeld zijn wel: de aard van de werkzaamheid (on a temporary basis), de hoogte van het salaris, de geldsoort waarin betaling zal plaatsvinden (US$) en het toepasselijk blijven van "Dutch benefits programs. . .and social security system". Niet geregeld zijn: de duur van de werkzaamheid, de huisvesting en de wijze waarop de terugkeer geregeld is.
Aldus heeft NV Organon (Nederland) de haar in genoemd wetsartikel opgelegde verplichting geschonden. Deze tekortkoming moet ten volle aan NV Organon (Nederland) worden
toegerekend, die als groepsmaatschappij van de uitzendende multinational geacht moet
worden bij uitstek op de hoogte te zijn van de hiervoor in 4.3 geschetste problemen.
Deze toerekening heeft tot gevolg dat iedere onduidelijkheid met betrekking tot de rechts-
gevolgen van deze overplaatsing en de daarna tussen partijen ontstane rechtsverhouding voor rekening en risico van NV Organon (Nederland) komt en ten voordele van de werknemer moet worden uitgelegd.
4.5. Tegen deze achtergrond moet worden aangenomen dat de arbeidsrechtelijke rechts-betrekking tussen [eiser] en NV Organon (Nederland) ook na de overplaatsing is blijven voortbestaan.
4.5.1. In de eerste plaats is dat het geval omdat zij nimmer door een van partijen naar de eis van artikel 3 der akte schriftelijk is opgezegd. De rechter hecht sterk aan deze
contractuele eis van schriftelijke opzegging, omdat zij in lijn is met de rechtspraak
(HR 20-09-1991, NJ 1991, 785) dat voor de beëindiging met wederzijds goedvinden waarvan ten deze dan in de stelling van NV Organon (Nederland) sprake zou zijn, nodig is dat de verklaringen of gedragingen van [eiser] duidelijk en ondubbelzinnig blijk geven van zijn toestemming. Daaromtrent heeft NV Organon (Nederland) niets gesteld.
4.5.2. Voorts verwijst de brief van Organon International Inc. (USA) d.d. 7 maart 2002 ook nog uitdrukkelijk naar emolumenten die [eiser] van NV Organon (Nederland) of de
Akzo-Nobel-groep zou hebben te verkrijgen (home country housing maintenance, pensioen, ziektekostenverzekering). Irrelevant is of [eiser] die brief ondertekend heeft geretourneerd.
Bij de stukken bevindt zich een door hem voor akkoord getekend exemplaar, terwijl naar luid van die brief deze een bevestiging van de afgesproken overplaatsingscondities inhoudt, die is gevolgd door de feitelijke overplaatsing. In die feitelijke constellatie vormt de inhoud van die brief de basis van de rechtsverhouding tussen partijen.
4.5.3. Het enkele bestaan van een tweede aanbod d.d. 20 juni 2002 (NV Organon
(Nederland), prod. A) dat niet door [eiser] voor akkoord is getekend en waaraan hij reeds daarom niet gebonden is, zou evenmin een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van [eiser] hebben ingehouden van de strekking dat hij alle schepen achter zich wilde verbranden en alle arbeidsrechtelijke banden met Nederland wilde verbreken. Overplaatsing voor
onbepaalde tijd ("Transferring on an indefinite basis") zoals dat tweede aanbod luidt, sluit handhaving van de arbeidsrechtelijke band met de uitzendende Nederlandse groeps-
vennootschap NV Organon (Nederland) niet uit (Van Lent, o.c. passim). Aannemelijk is de stelling van [eiser] dat hij dat tweede aanbod niet heeft aanvaard omdat daarin de door hem gewenste en aan NV Organon (Nederland) in de "Belangstellingsinventarisatie" ([eiser], prod. 3) kenbaar gemaakte terugkeergarantie ("spijtoptantenregeling") niet was opgenomen,
aannemelijk omdat een beëindigingsconstructie met terugkeergarantie een bekende figuur is om een overplaatsing als de onderhavige te regelen (Van Lent, o.c. blz. 263 e.v.). terwijl bij een dergelijke overplaatsing voor onbepaalde tijd nog niet eens noodzakelijkerwijs, duidelijk en ondubbelzinnig sprake hoeft te zijn van (volledige) beëindiging van de band met de oude groepsmaatschappij.
4.5.4. De brief d.d. 26 mei 2003 van [N.H.] ([eiser], prod. 13)
bevestigt slechts het bestaan van onduidelijkheid en het handelen door "Organon" op basis van niet-eenduidige, overwegend mondelinge informatie. Zij spreekt van: "to follow his job on a permanent base" maar dat is een misrepresentatie achteraf van de "transferring on an indefinite basis" geformuleerd in het aanbod van 20 juni 2002. Ook hier geldt dat in de lijn van de hiervoor ter sprake gebrachte rechtspraak (HR 20-09-1991, NJ 1991, 785) voor het prijsgeven door [eiser] van iedere vorm van terugkeergarantie een duidelijke en ondubbel-zinnige toestemming van [eiser] nodig is, en niet een door [N.H.] wellicht niet geheel begrepen mondelinge uiting van [eiser] van de strekking dat hij bij nader inzien wel voor onbepaalde tijd wilde overgaan, mits met terugkeergarantie. Die laatste, voor de werknemer essentiële voorwaarde, kan haar zijn ontgaan, wat ook zou verklaren waarom die niet in het tweede aanbod is opgenomen.
4.5.5. De door NV Organon (Nederland) nog overgelegde "Guidelines" (NV Organon (Nederland), prod. I) voor de beoogde overplaatsing hebben onvoldoende legale status en de rechter acht deze niet een de werknemers bindend reglement. Zij zijn een kennelijk interne richtlijn, die de uitvoerende managers bij het uitwerken van de individuele overeenkomsten in acht hebben te nemen.
4.5.6. Het voortbestaan van de arbeidsrechtelijke rechtsbetrekking tussen [eiser] en NV Organon (Nederland) betekent dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en deze rechtbank bevoegd is.
4.6. Op de in december 2000 tussen partijen gesloten overeenkomst was toen onmiskenbaar Nederlands recht van toepassing. Gesteld noch gebleken is dat bij de overplaatsing van
[eiser] tussen partijen de toepasselijkheid van ander recht duidelijk en ondubbelzinnig is overeengekomen (vgl. andermaal HR 20-09-1991, NJ 1991, 785). Op de rechtsverhouding tussen partijen is dan nog altijd Nederlands recht van toepassing. Daarvoor is ook goede grond, omdat niet licht een bedoeling van partijen mag worden aangenomen om door de overplaatsing van [eiser] hem de ontslagbescherming van het Nederlandse recht te
onthouden.
Met het voorgaande neemt de rechter voor binnen een concern naar het buitenland
overgeplaatst personeel zoals [eiser] een uitzondering aan op de hoofdregel van het Europees
Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (EVO) dat op arbeidsovereenkomsten het recht van de plaats waar de werknemer gewoonlijk zijn arbeid verricht, toepasselijk verklaart. Het EVO laat in de artikelen 4 lid 1 en 6 lid 2 ruimte voor een dergelijke uitzondering omdat de na overplaatsing resterende arbeidsrechtelijke rechts-betrekking met NV Organon (Nederland) kan worden afgescheiden van de met Organon
International Inc. (USA) ontstane dienstbetrekking en omdat die resterende rechtsbetrekking met NV Organon (Nederland) en het Akzo-Nobel-concern nauwer is verbonden met
Nederland dan met de staat New Jersey.
4.7. Noch in het betoog van NV Organon (Nederland), noch in de stukken die zij heeft
overgelegd, is ook maar de geringste aanwijzing te vinden dat [eiser] zich schuldig heeft
gemaakt aan gedragingen die een ontslag op staande voet rechtvaardigen. Op vraag van de rechter dienaangaande heeft de ter zitting aanwezige bestuurder van NV Organon
(Nederland), [naam bestuurder], enige vage klachten over het optreden of het gedrag van [eiser] naar voren gebracht die, zo al waar, in de verste verten geen ontslag op staande voet lijken te kunnen rechtvaardigen. Diens vage klachten zijn ook onverenigbaar met de Performance
Review (beoordeling) van [eiser] over het jaar 2002, opgemaakt op 26 november 2002 ([eiser], prod. 7). [eiser] was toen al bijna twee jaren in dienst van de Organon-poot van de Akzo-Nobel-groep en deze werkgever moet dan geacht worden te weten wat men aan hem heeft. De Performance Review houdt onder meer lovende beoordelingen in als: "He has been invaluable tot the team", "Erik is a good listener and willing tot to give others a chance to speak" en dergelijke, zonder dat enige kritiek op zijn gedrag of temperament wordt
vastgesteld.
De achtergrond van het ontslag op staande voet blijft daarmee duister en lijkt wegens de
daaraan verbonden diffamerende connotaties verregaand misplaatst. Dit maakt eens te meer duidelijk dat [eiser] in de stellingname van NV Organon (Nederland) de bescherming van het
Nederlandse ontslagrecht wel zeer node zou ontberen. Voor de houding van NV Organon (Nederland) of de Akzo-Nobel-groep, die iedere aansprakelijkheid voor de ontstane situatie afwijst en haar handen van [eiser] aftrekt met haar standpunt dat hij het maar met Organon International Inc. (USA) moet regelen, geven de gebleken omstandigheden rond zijn ontslag geen enkele grond.
4.8. [Eiser] heeft zich derhalve terecht op de vernietigbaarheid naar Nederlands recht van zijn ontslag uit het Akzo-Nobel-concern of de daarvan deel uitmakende groepsmaatschappijen beroepen en die vernietiging jegens NV Organon (Nederland) als formeel de Nederlandse werkgever met wie de in december 2000 overeengekomen arbeidsrechtelijke rechtsbetrekking is blijven bestaan, ingeroepen. De rechter zal van die vernietiging in dit kort geding uitgaan.
4.9. Op grond van het voorgaande acht de rechter het hoogst waarschijnlijk dat de bodemrechter een vordering van [eiser] met betrekking tot doorbetaling van loon en verdere
emolumenten zal toewijzen. [eiser] heeft daarbij evident een voldoende spoedeisend belang.
De hoogten van het salaris in de USA en Nederland, zoals door [eiser] gevorderd, heeft NV Organon (Nederland) niet betwist. NV Organon (Nederland) heeft niet bestreden dat de
gevorderde bijdrage in de kosten van huisvesting in de USA deel uitmaakt van de arbeidsvoorwaarden. Al deze onderdelen van de vordering zijn toewijsbaar.
4.10. Nu de "transfer on a temporary basis" of "on an indefinite basis" een einde heeft
genomen, is NV Organon (Nederland) bij gebreke van een duidelijke regeling
overeenkomstig de eis van artikel 7:655 lid 1 sub k BW en uitleg van de in zoverre
onduidelijke overeenkomst ten voordele van [eiser], gehouden de terugkeer van [eiser] naar
Nederland te regelen en bekostigen. Het spoedeisend belang daarvan volgt uit het dreigende verval van zijn visum wegens het gegeven ontslag waardoor zijn terugkeer naar Nederland zelfs op korte termijn valt te verwachten, naar hij onweersproken ter zitting aanvoerde. Ook dit onderdeel van de vordering kan worden toegewezen.
4.11. De rechter gaat uit van het feitelijke gegeven dat herstel van [eiser] in zijn functie bij Organon International Inc. (USA) geen reële optie meer is. Blijkens zijn vorderingen gaat ook [eiser] daarvan uit.
Onweersproken heeft NV Organon (Nederland) aangevoerd dat het niet meewerken van [eiser] aan de verplaatsing van het hoofdkwartier van Organon naar New Jersey tot het
inzetten in 2002 van een regelmatige ontslagprocedure zou hebben geleid, naar mag worden aangenomen omdat NV Organon (Nederland) of de Akzo-Nobel-groep in Nederland voor [eiser] geen passende, want tamelijk specialistische en specifieke functie meer beschikbaar heeft. In dit kort geding moet daarvan dan worden uitgegaan. Bij dat gegeven heeft [eiser] thans redelijkerwijs geen aanspraak meer op feitelijke tewerkstelling in Nederland. Dat
onderdeel van zijn vordering wordt afgewezen.
4.12. In dit verband zij nog opgemerkt dat NV Organon (Nederland) desondanks van [eiser] zou kunnen verlangen dat hij (op redelijke termijn van bijvoorbeeld een maand) naar
Nederland terugkeert, doch dat uitsluitend indien zij toch nog mogelijkheden ziet om hem in een nieuwe passende functie daar weer te werk te stellen en zij hem daartoe opdracht geeft. Een opdracht tot terugkeer zonder tevens aan [eiser] passend werk aan te bieden, lijkt
voorshands nodeloos onwelwillend te zijn.
Meer in de rede lijkt te liggen dat NV Organon (Nederland) een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij de Nederlandse rechter zal indienen. Daarin kan dan tevens en
definitief aan de hand van alsdan gebleken ontwikkelingen worden uitgemaakt met ingang van wanneer de aanspraak van [eiser] op het US-salaris een einde neemt en hij weer terugvalt op zijn Nederlandse salaris. In dit kort geding wordt, zolang ten gronde niet anders wordt vastgesteld, die overgang gekoppeld aan de feitelijke terugkeer van [eiser], doch niet langer dan omstreeks twee maanden na heden. Daarna moeten de extra kosten van zijn keuze om, zo hem dat mogelijk is, langer in de USA verblijf te houden, voor zijn rekening komen. Tot dan heeft [eiser] aanspraak op zijn met Organon International Inc. (USA) overeengekomen USA-salaris; daarna op zijn Nederlandse salaris.
Gelet op de mogelijkheid dat [eiser] wellicht langer in de USA zou willen blijven, behoort zijn aanspraak op verhuizing en verhuiskosten slechts op zijn verzoek te worden
geëffectueerd en behoort deze aanspraak te vervallen nadat verder verblijf aldaar op zijn eigen keuze berust en voor zijn eigen risico komt. Van [eiser] mag worden verwacht dat hij
daaromtrent op redelijk korte termijn uitsluitsel geeft. Dat zal in het dictum tot uitdrukking worden gebracht.
4.13. Geen rechtsregel van Nederlands recht verbindt aan het enkele feit dat [eiser] geen woonruimte in Nederland heeft, het rechtsgevolg dat NV Organon (Nederland) daarin na
terugkeer van [eiser] dient te voorzien. In dit onderdeel van de vordering kan [eiser] niet worden ontvangen en het zal op die grond worden afgewezen.
4.14. Gesteld noch gebleken is dat [eiser] voor dit nog maar kort geleden opgekomen geschil kosten van rechtsbijstand heeft gemaakt die niet kunnen gelden als kosten te voorbereiding en instructie van dit kort geding, waarvoor de proceskostenveroordeling geacht wordt een
vergoeding in te houden. De mede gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden
afgewezen.
NV Organon (Nederland) dient als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de
proceskosten te worden veroordeeld.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. veroordeelt NV Organon (Nederland) bij wege van voorschotbetaling tot doorbetaling aan [eiser] van diens salaris, berekend op basis van:
a. zijn salaris in de Verenigde Staten ten bedrage van US$ 17.112,-- per maand totdat hij na tijdig gedaan verzoek als bedoeld in onderdeel III. van dit dictum door NV Organon (Nederland) naar Nederland is verhuisd;
b. zijn salaris in Nederland ten bedrage van € 10.563,-- bruto per maand nadat hij door NV Organon (Nederland) aldus naar Nederland is verhuisd;
in beide gevallen te voldoen voor het einde van iedere maand en totdat de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd of de bodemrechter anders zal hebben beslist;
II. veroordeelt NV Organon (Nederland) tot betaling van een voorschot op de maandelijkse kosten van huisvesting in de Verenigde Staten, totdat [eiser] door NV Organon (Nederland) naar Nederland zal zijn verhuisd, vooralsnog begroot op US$ 4.750,-- per maand, te voldoen vóór de 25e van iedere maand;
III. beveelt NV Organon (Nederland) om op eerste verzoek van [eiser] zorg te dragen voor de verhuizing van [eiser], zijn gezin en hun bezittingen terug naar Nederland en daarvoor alle kosten voor hun rekening te nemen en bepaalt dat dit bevel vervalt indien het verzoek daartoe van [eiser] niet uiterlijk op 1 augustus 2003 schriftelijk, per brief, fax of E-mail, bij NV Organon (Nederland) zal zijn binnengekomen;
IV. bepaalt tevens dat, ingeval het in dit dictum onder III bedoelde verzoek van [eiser] niet uiterlijk op 1 augustus 2003 schriftelijk, per brief, fax of E-mail, bij NV Organon (Nederland) zal zijn binnengekomen, de veroordelingen van onderdelen I onder a en II van dit dictum op 1 september 2003 een einde nemen en met ingang van die datum vervangen worden door de veroordeling van onderdeel I onder b;
V. veroordeelt NV Organon (Nederland) in de kosten van het geding aan de zijde van [eiser] gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op € 1.526,16 waarvan € 326,16 verschotten en € 1.200,-- salaris;
VI. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
VII wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H.W.Rullmann, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 juni 2003 in tegenwoordigheid van de griffier.